Aan slechthorendheid is veel te doen
De vooroordelen zijn er volop: met een hoortoestel zie je er bejaard uit, die ‘banaan achter het oor’ fluit de hele tijd, of zelfs: hoortoestellen maken je oor lui. Angelique de Wit, hoofd audiologie bij Specsavers, doet niets liever dan deze vooroordelen bestrijden.
Angelique de Wit ziet al jaren, ook in haar eigen familie, wat een hoortoestel kan betekenen voor slechthorenden én hun omgeving. ‘Mensen komen ineens uit hun isolement. Maar veel mensen beginnen niet of veel te laat aan een hoortoestel. Dat is zó jammer’, zegt Angelique de Wit. De woorden komen uit de grond van haar hart. Het is niet helemaal toevallig dat ze voor een opleiding tot audicien koos, vertelt ze halverwege het gesprek. ‘Ik ben een van een vierling. Een van mijn vierling-zussen is op haar negentiende slechthorend geworden door een ongeval. Pas rond haar dertigste was ze eraan toe om een hoortoestel te gaan dragen. Ik heb van dichtbij gezien wat het betekent als je slechthorend bent en daardoor niet “gewoon” mee kunt doen.’
Zonde
De Wit is hoofd audiologie bij Specsavers. Dat bedrijf bracht eind vorig jaar een rapport uit over de sociale gevolgen, de impact en de kosten van leeftijdsgerelateerde slechthorendheid in Nederland. In eerdere functies had ze regelmatig contact met slechthorenden en hun families. ‘Mensen die slechthorend worden, worden onzeker, soms argwanend. Ze lachen mee om grapjes die ze eigenlijk niet hebben verstaan. Uiteindelijk blijven ze vaak weg bij feestjes en bijeenkomsten. Hun wereld wordt steeds kleiner. Doordat ze minder horen, wordt hun verstandelijk functioneren minder geprikkeld en gaat het sneller achteruit. Daardoor kán slechthorendheid zelfs bijdragen aan beginnende dementie.’